Roffel en Dolfing boeken fortuinlijke zege

De leden van biljartclub 't Kun Beter kwamen bijeen in Ons Dorpshuis om een wedstrijd te biljarten.

 

Geert Roffel biljartte tegen Jan Heins, die goed begon met een serie van drie en daarna er meteen een carambole bij aansloot. Roffel was nog niet begonnen aan zijn eerste carambole, maar daar kwam in de derde beurt verandering in door een serie van twee. Jan Heins hield het begin ritme niet vast, waardoor vier beurten verloren gingen. Roffel zat beter in de wedstrijd en scoorde door, maar Heins wist in de achtste beurt de tussenstand op gelijke hoogte te brengen van acht. Het voordeel lag aan de zijde van Roffel, want die scoorde een serie van vijf en was daarmee nog twee verwijderd van een overwinning. De overwinning kwam vrij vlot tevoorschijn, want in de tiende beurt maakte Roffel de wedstrijd uit met een serie van twee (15). Jan Heins eindigde op negen, maar kreeg niet de kans om in zo'n summiere wedstrijd bij de 29 uit te komen.

 

Roelof Dolfing boekte een fortuinlijke zege op Berend Hilberts. Slechts elf beurten had Dolfing nodig om zijn totaal van zestien te bereiken. In de tiende beurt stond het drie tegen acht voor Dolfing, maar de resterende acht werden in een keer behaald door Dolfing. Hilberts had in zes beurten drie, maar nadien verscheen er geen meer.

 

Henk Hilbrink nam het op tegen Aaldert Bisschop. De openingstreffer werd benut door Hilbrink, maar de tweede liet zich in de negende beurt pas kenbaar maken. Bisschop startte al niet veel beter met zijn eerste in de achtste beurt. Een serie wist Hilbrink niet te maken gedurende de wedstrijd. Bisschop pakte wel een paar dunne series van twee mee, maar er verstreken vele beurten voordat de winnaar zich bekend kon maken. Dat gebeurde uiteindelijk in de 35e beurt en het was Bisschop die als eerste de vijftien scoorde. Hilbrink moest er ook vijftien, maar eindigde op tien.

 

Jan Benning en Anne Heins hadden evenveel beurten nodig als hun voorgangers (35). Benning kreeg drie series van twee uit de keu in het begin, maar daarna ging het tempo eruit. Anne Heins kreeg zijn keu niet meteen in het juiste ritme, want in 28 beurten waren er nog maar acht genoteerd, terwijl Benning met een beste tussen serie van zeven al aardig op weg was naar een overwinning. Jan Benning stond inmiddels op achttien en had er nog slechts drie te gaan, maar het scoren bleef tien beurten achterwege, waardoor Heins de weg vrij kreeg om in te lopen en daar voldeed Heins tevens aan, want een serie van drie volgde en twee van twee, maar dat bleek niet voldoende te zijn, want Benning wist op het nippertje terug te komen  en scoorde op tijd de overige drie, waarmee hij in 35 beurten winnaar werd. Anne Heins had nog een serie van vijf open staan voor remise, maar zover kwam Heins niet, want het bleef bij twee (16).

 

Jaap Meppelink wist met een regelmatig score verloop de winst op naam te krijgen in 28 beurten met 31 tegen negentien voor Henk Denekamp, die de juiste scherpte niet kon vinden.

 

Jan Heins had nog maar tien beurten gebiljart en dat was tegen Geert Roffel. Hij mocht het tevens op nemen tegen Roelof Huisjes, die Heins meer beurten de ruimte gaf. De heren gingen tot aan de negentiende beurt gelijk op met elk twaalf, maar Heins kreeg de smaak te pakken en scoorde een serie van drie en vrij vlot kwamen de resterende caramboles uit de keu, maar de wedstrijd kon nog door beiden gewonnen worden, want Huisjes kwam steeds dichter bij de zestien. In 28 beurten stonden er vijftien op papier en had Huisjes nog slechts één carambole te gaan. Jan Heins had er 24 en moest er nog vijf en verrassend genoeg, wist Heins de serie vlekkeloos te maken, waardoor Huisjes zich met nog één gewonnen moest geven.

 

In de zesde beurt stonden Klaas van Dalsem en Kees Eijkelenboom gelijk. Deze gelijke tussenstand was van zeer korte duur, want in een rap tempo stond van Dalsem op tien tegen vier. Met een mooie serie van zes liep Klaas van Dalsem nog verder uit. Het verschil was op geklommen naar tien in zestien beurten met zeven voor Eijkelenboom. Hierna kreeg Eijkelenboom het niet meer voor elkaar om caramboles mee te snoepen en gaf Klaas van Dalsem ruim baan om naar de eindstreep te biljarten. In 25 beurten behaalde van Dalsem de winst met 27.

 

Gerrit Strijker biljartte op koers tegen Albert Pol. Met wat afwisseling van series  naderde Strijker in 21 beurten met een slot serie van vijf de dertig. Albert Pol kwam goed op weg met vier in drie beurten, maar daarna kun 't beter, want tot aan de 21e beurt scoorde Pol er nog vijf en gingen onderweg vele beurten onbenut voorbij (9).

 

Bennie Meppelink begon sterk tegen Henk Heringa met negen tegen zes in slechts vier beurten, maar daarna nam Heringa de wedstrijd over en maakte een beste serie van negen, wat hem mede op zeventien bracht in nog maar zeven beurten. De achttiende verscheen in de tiende beurt, maar vervolgens werd het stil, want zeven beurten gingen voorbij zonder een stap verder te komen. Er was werk aan de winkel voor Meppelink, die het lukte om helemaal terug te komen en zover, dat na de 20e beurt er nog één carambole gemaakt moest worden. Heringa had er nog negen te gaan en liet het er niet bij zitten en deed zijn uiterste best om zijn totaal op papier te krijgen. Meppelink kreeg zijn keu niet meer naar zijn hand om er de "gouden"carambole uit te krijgen, maar Heringa kreeg het wel klaar en sloot de wedstrijd af met een slot serie van vier(29).