Denekamp en Meppelink scorend vermogen

 

STUIFZAND- Henk Denekamp had een scorend vermogen tegen Gerrit Strijker. In de openingsfase biljartte Denekamp meteen in opmars, want in slechts zes beurten had Denekamp er al dertien gemaakt, terwijl Strijker de eerste drie beurten moest laten gaan, maar daarna in het ritme kwam van zeven. Strijker wist het verschil terug te brengen naar vier, maar hierna zakte Strijker terug uit zijn ritme, terwijl Henk Denekamp steeds verder wist uit te lopen, zover zelfs dat een overwinning aan de zijde van Strijker niet meer haalbaar bleek. In twintig beurten scoorde Denekamp de winnende en had daarmee zijn totaal van 29 volbracht. Gerrit Strijker kwam niet verder dan zestien van de dertig.

 

Jaap Meppelink had een scorend vermogen tegen Henk Heringa. Meppelink had een bijzondere openingsfase, want nog maar vier beurten gebiljart en al achttien caramboles laten noteren, dat is bijzonder. Er was dan ook al vrij snel in de wedstrijd weinig lol aan voor Heringa, die net zijn vijfde had laten noteren. Meppelink kon het perfecte begin niveau niet vasthouden, want zes beurten kregen het voor het nakijken, en dat leek een beetje gunstig voor Heringa, zodat hij de ruimte kreeg om het verschil minder te maken, en dat lukte hem goed, want Heringa wist een serie van drie, vier en vijf te maken, waardoor hij op zeventien kwam te staan en Meppelink nog niet verder was gekomen dan achttien. de heren hielden elkaar vanaf heden in evenwicht, zodat ze elk ook op 21 terecht kwamen. De rollen werden omgedraaid, want Meppelink kreeg weer meer grip op de wedstrijd en klom naar boven met zijn aantallen, zover dat in de achttiende beurt nog een carambole moest verschijnen voor Meppelink voor een overwinning. Henk Heringa had er nog zes te gaan. Meppelink miste vervolgens een beurt en daar profiteerde heringa met een van met nog vijf te gaan. In de twintigste beurt wist Jaap Meppelink toch de winnende uit de keu te krijgen (31). Heringa kreeg nog een kans voor remise, maar scoorde nog twee van de vijf, waarmee de volle winst naar Jaap Meppelink ging.

 

De heren Roelof Huisjes en Geert Roffel waren goed aan elkaar gewaagd, want de heren hielden elkaar goed in de gaten, wat betreft het scoren. Geen van de heren wist te ontsnappen, waardoor het aan het einde van de wedstrijd behoorlijk spannend werd. Zelfs zo spannend, dat ze in 25 beurten elk op veertien stonden en door Huisjes nog twee gemaakt moest worden en Roffel had aan een voldoende. Huisjes bereikte de finish met een slot serie van twee. Roffel kreeg een laatste kans om er remise van te maken, maar ook hem lukte het niet (14).

 

Anne Heins was heel wisselvallig aan het biljarten tegen zijn broer Jan. Jan Heins begon en miste zijn eerste beurt, maar Anne benutte meteen een serie van twee. Deze serie herhaalde Anne in de derde beurt. In de vierde beurt kwam Jan op vier uit. Hierna kwam Anne weer aan zet. In deze beurt kon Jan rustig even plaats nemen, want Anne maakte de eerste en ging zo door met het maken van een serie en er kwam maar bijna geen einde aan. het einde kwam bij een beste serie van tien. Er was werk aan de winkel voor Jan. In de eerste vier beurten kreeg hij geen carambole uit de keu, maar vanaf de negende beurt kreeg Jan de smaak weer een beetje te pakken, zover dat hij voorbij Anne kwam te staan met zestien tegen vijftien. Dat moest ook wel, wilde Jan deze wedstrijd op naam krijgen, want hij moet er tien meer maken dan Anne. Anne bracht de tussenstand gelijk. Jan liet het er niet bij zitten en scoorde vervolgens ook weer. Het ging scoren ging heen en weer, maar de uiteindelijke winnaar werd Anne met negentien in twintig beurten. Jan bleef steken op 21.

 

Henk Hilbrink biljartte dermate wisselvallig tegen Bennie Meppelink. Als er gescoord werd door Hilbrink, was dat meestal een kleine serie, maar daar tussen in gingen vele beurten verloren. Overigens biljartte Meppelink ook met ups en downs en lukte het ook niet om de druk hoog te leggen, maar bereikte als eerste de eindstreep in 27 beurten met 27. Henk Hilbrink kon nog zorgen voor remise, maar ook dit ging bij hem mis en eindigde op veertien.

 

Jan Benning biljartte de eerste helft goed met elf tegen vier voor Berend Hilberts, maar daarna ging het tempo er uit bij Benning. Hilberts biljartte afwisselend, maar series bleven tot de 26e beurt achterwege. In deze beurt liet Hilberts een mooie serie van drie zien en kwam daarmee op tien van de vijftien. Benning was reeds de zeventien gepasseerd en had er nog vier te gaan. Zeven beurten kregen vervolgens het nakijken bij Benning, maar desondanks had hij geen hinder van Hilberts, want die kwam ook weinig hoger. In de 34e beurt behaalde Benning de winnende carambole van 21. Berend Hilberts moest genoegen nemen met elf.

 

Kees Eijkelenboom moest lang wachten op zijn eerste carambole tegen Roelof Dolfing, die inmiddels al aardig op weg was met acht. In de zestiende beurt kreeg Eijkelenboom het voor elkaar om zijn eerste te laten noteren. De keu van Eijkelenboom was verre van goed op dreef, want in de 23e beurt verscheen de tweede pas. Hij had het geluk mee, dat Dolfing ook niet op zijn sterkst was met tien in 23 beurten. Toch kreeg Dolfing er schot in en scoorde drie beurten achter elkaar en in de 30e beurt werd de winnende van zestien gemaakt. Kees Eijkelenboom werd verslagen met vier van de vijftien.