Albert Pol boekt dubbele zege bij ’t Kun Beter
Door Peter van Slochteren
Albert Pol wist bij biljartclub 't Kun Beter een dubbele zege te boeken tegen Kees Eijkelenboom en Klaas van Dalsem. Als eerste nam Albert Pol het op tegen Kees Eijkelenboom en begon meteen met de afstoot te maken, daarna werd het drie beurten stil bij Pol. Eijkelenboom scoorde een beste serie van drie en kwam daarmee licht op voorsprong met vijf. Pol volgde met een gelijke serie van drie en er sloot zich meteen een serie van vier bij aan. De heren hielden elkaar tot nu toe aardig in evenwicht. Bij Kees Eijkelenboom zakte het ritme wat terug en duurde het zeven beurten, voordat de inmiddels zevende werd genoteerd. Albert Pol was met veertien ver uit het zicht verdwenen van zijn opponent en had er nog slechts één te gaan. Die kwam wel, maar liet vijf beurten op zich wachten. In achttien beurten boekte Pol de zege. Kees Eijkelenboom, die zo goed begon, kon het tempo niet behouden, waardoor er niet meer dan acht van de vijftien uit zijn keu verschenen.
Klaas van Dalsem nam het ook op tegen Albert Pol. Van Dalsem begon goed met zeven tegen twee in zes beurten. Daardoor was Van Dalsem hoopvol om op tijd bij de 27 uit te komen, maar Pol bracht daar meteen al verandering in, door een beste serie van zes mee te nemen. Klaas van Dalsem scoorde een serie van vier en stond wederom op voorsprong, die hij overigens ook aanhield, maar Albert Pol wist telkens een enkele, dan wel een kleine serie te maken en biljartte langzamerhand op naar de vijftien. In de vijftiende beurt was Pol aangekomen bij dertien en had hierna nog twee te gaan. Van Dalsem stond inmiddels op twintig en had nog kans, maar moest wel aanmaken om voor zijn opponent de finish te bereiken, maar dat lukte Van Dalsem uiteindelijk niet, want Albert Pol eindigde de wedstrijd in de achttiende beurt met totaal vijftien. Klaas van Dalsem bleef steken op 22.
Anne Heins is goed in vorm. In een eerdere wedstrijd biljartte hij uitmuntend tegen Roelof Dolfing, want in slechts veertien beurten wist Heins de negentien te maken, met een voortreffelijke hoge eind serie van elf. Voor Dolfing was er weinig eer aan te behalen en kwam niet verder dan vier. In de wedstrijd tegen Henk Heringa wist Anne Heins wederom de negentien op tijd te scoren, ondanks de vele beurten van 33. Heringa stond op 27 en kreeg nog een laatste kans om er remise van te maken en dat werd uitgevoerd door Heringa, waardoor de heren elk evenveel punten kregen.
Aaldert Bisschop en Roelof Dolfing waren aan elkaar gewaagd, doordat de heren gedurende dertien beurten gelijk op gingen. De tussenstand werd drie tegen drie, vijf tegen vijf, zeven tegen zeven en tien tegen tien. Op zich bijzonder! Hierna liep Dolfing uit met vijftien tegen tien, maar Bisschop nam af en toe een carambole mee onderweg. In de 22e beurt scoorde Dolfing de zestiende en was hierna nog twee verwijderd van een overwinning en dat moest te doen zijn, omdat Bisschop nog op elf stond en nog vier had te gaan, maar Bisschop kwam terug en won uiteindelijk in 27 beurten met vijftien. Dolfing liet de laatste vijf beurten onbenut.
Geert Roffel en Jaap Meppelink namen de tijd voor het biljarten, waardoor er 33 beurten passeerden voordat de winnaar bekend werd. De heren biljarten elk met ups en downs. Roffel gaf Meppelink vanaf de 19e beurt zeven beurten de ruimte, want Roffel kreeg het niet voorelkaar om in genoemde beurten te scoren. Meppelink maakte er met zes caramboles dankbaar gebruik van. Daarna vervolgde Roffel zijn ritme en maakte een serie van drie, waarmee hij hierna nog twee was verwijderd van een overwinning. Jaap Meppelink had er nog vier te gaan. het werd behoorlijk spannend, maar Geert Roffel behaalde als eerste zijn totaal van vijftien. Meppelink kreeg nog een laatste kans om er drie te maken, maar het werd er één (29).
Jan Benning en Berend Hilberts kregen er elk drie uit de keu in de eerste vijf beurten. Vervolgens kregen bij zowel Benning als Hilberts vele beurten het nakijken. In de veertiende beurt nam Benning het heft in handen en scoorde een beste serie van vijf. Hilberts volgde met een serie van drie. Benning kreeg iets meer grip op de wedstrijd, waardoor het verschil opliep naar zeven in 24 beurten, met voor Benning nog vier te gaan en voor Hilberts nog vijf. Het was nog te doen voor Hilberts, maar Benning liet een serie van drie zien en meteen daarna volgde de winnende carambole en werd Jan Benning in 27 beurten met 21 tegen elf winnaar.
Henk Hilbrink begon uitermate goed met een hoge serie van zeven tegen Roelof Huisjes. Dit kon bijna niet anders verlopen, dat Hilbrink deze wedstrijd ging winnen, maar de wedstrijd kreeg een andere wending, omdat Hilbrink nadien vijf beurten niet scoorde en Huisjes in liep naar zes. In de achtste beurten stonden de heren ineens gelijk met elk negen. Huisjes kwam steeds dichter bij de zestien, want in de dertiende beurt stond Huisjes op vijftien en had hierna nog één te gaan, terwijl Hilbrink nog steeds op negen stond. Hilbrink kreeg het voor elkaar om een serie van twee te maken, maar in de vijftiende beurt wist Huisjes de winnende te scoren. Hilbrink kreeg nog de kans om de overige vier te maken, maar kwam niet verder dan twee (13).
Gerrit Strijker nam meteen de voorsprong op Bennie Meppelink met zeven tegen één. Dit verschil bleek achteraf door Meppelink niet meer recht getrokken te kunnen worden, waardoor de volle winst naar Strijker ging in 27 beurten met 33 en een slot serie van vijf tegen twaalf voor Meppelink.
Bij Jan Heins ging het goed tot aan de achttiende beurt, waarin er al zestien caramboles op papier stonden tegen achttien voor Henk Denekamp, maar hierna kwam Heins in een dip terecht, want zeven beurten gingen voorbij, zonder een carambole, dan wel een serie mee te nemen. Hier maakte Denekamp gebruik van om uit te lopen met tien en had Denekamp hierna nog een carambole nodig voor een overwinning. Jan Heins kreeg het in de 26e beurt voor elkaar om onverwacht een beste serie van zes te maken en eindigde daarmee op 22, want in dezelfde beurt liet Denekamp de winnende noteren (29).
—————